Anna en ik overnachtten in het ziekenhuis. Ik sliep amper. Ons meisje werd nochtans al een keer onder volledige narcose gebracht. Een jaar geleden maakte de dokter een gaatje in haar buik voor een sondeklep. Straks wordt Anna opnieuw verdoofd opdat de orthopedagoog tientallen botoxprikjes pijnloos en zonder tegenstribbeling zal kunnen toedienen. Anna is flink, maar het wachten duurt lang. Ieder half uur laat ik het duimende thuisfront met een sms weten dat we nog steeds ongeduldig in onze kamer vertoeven.
Een handvol berichten later wordt mijn flinke meid op een grote operatietafel gelegd. De verpleegster die een mondmaskertje klaarhoudt zegt zakelijk: ‘de mama mag haar nog een kus geven’. Duidelijk een standaardzin. Ik vind de sfeer allesbehalve lenend voor een liefdevolle zoen, maar geef mijn meisje toch een zacht kusje, ietwat geforceerd, alleen omdat het raar zou zijn om zoiets te weigeren. Dan plaatst de norse verpleegster het maskertje over Anna’s neus en mond. Ik blijf geïntrigeerd kijken naar hoe haar verwarde oogjes wegdraaien en dichtvallen. Wat ben je dapper, denk ik ontroerd. Met een krop in mijn keel maak ik mijn blik los van Anna en verlaat ik de kamer, terwijl achter mij het ziekenhuispersoneel rumoerig in gang schiet. Laat alles alstublieft goed gaan, fluister ik tegen niemand.
Ze gaan me bellen als de operatie achter de rug is. Ik ga in mijn kamer op een stoel zitten met mijn gsm voor me op tafel. En ik wacht. De gedachte dat Anna straks alleen wakker wordt, zonder iets te snappen van haar omgeving, kan ik niet verdragen. En ik wacht. Tijd is raar. Een plezant weekend zoeft aan lichtsnelheid voorbij, terwijl mijn gsm scherm plots kennelijk kapot is: ik zit urenlang te staren naar hetzelfde minutenaantal. Telefoon! Het verlossende gesprek is amper afgerond wanneer ik als een volleerd sprintster al sta te popelen aan de deur van het operatiekwartier.
Daar ligt ze, mijn popje, nog in een diepe slaap. Zo stil mogelijk trippel ik tot naast haar bed. Ik bestudeer haar ontspannen gezichtje en laat mijn gelukstranen de vrije loop. ‘Alles is goed gegaan! Ik ben terug bij haar. Ze slaapt nog.’, typ ik opgelucht, en ik stuur een mooie foto mee als bewijs. Anna’s beentjes zijn helemaal ingepakt in knalrood gips. Ik schrik ervan hoe groot ze is met gestrekte benen. Het gips moet acht weken blijven, zodat elke spier maximaal zal gestrekt zijn aan het einde van de rode rit.
Anna wordt tergend lang- en moeizaam wakker. Ze zweeft gedurende lange tijd met gesloten oogjes tussen droom en werkelijkheid, terwijl ze onophoudelijk kreunt alsof haar lijfje overal pijn heeft. Intussen is Jona aangekomen. We maken ons zorgen omdat Anna maar niet wakker wordt, maar ook die moeilijke uren gaan voorbij.
Twee weken later gaat Anna voor de eerste keer naar school. Haar lange beentjes bengelen vrolijk over de rand van de Maxi-cosi, beide in het knalrood gips. Het belooft een bijzondere eerste schooldag te worden voor ons bijzonder meisje.
(19 augustus 2014. Sinds ‘Operatie Botox’ heeft Anna geen last meer van verkrampte beenspieren, ook al duurt de werking van het multifunctionele product slechts drie tot zes maanden. Anna’s kinesiste besteedt momenteel extra aandacht aan het ontspannen van armen en handen, maar voorlopig hoeven we ons daarover geen zorgen te maken.)
Wat een pittige tijd.
LikeGeliked door 1 persoon
Oh wauw een mooi happy einde!!! Het lijkt mij inderdaad ook een apart gezicht als je plots de lange gesterkte benen van je dame ziet… en dan ook nog in het knal rood ;[) !
LikeGeliked door 1 persoon
Dag lieve Caroliene, het was inderdaad even wennen, ook praktisch, maar alles verliep prima!
Groetjes van Renilde.
LikeLike
Ik word er stil van als ik dit lees. Ik heb grote mond maar zo klein hart.
LikeGeliked door 1 persoon
Stil word ik als ik dit lees.
Bewondering omdat je de juiste woorden vindt
Bewogen met jullie dappere kleine Anna.
Veel sterkte hoor
LikeGeliked door 1 persoon